Italiaans eten

Pizza, pasta, lasagne. Daar denkt iedereen meteen aan als het over Italiaans eten gaat. Maar er is meer. Italië is meer dan 1.200 km lang en heeft een kustlijn van ruim 7.400 km lang.
In het Noorden is het klimaat kouder, met koude winters en warme zomers, in het Zuiden zijn de winters mild en de zomers heel warm.
Ook de geschiedenis van Italië is heel gevarieerd.

Mede dankzij de invloeden van de Arabieren, Spanjaarden, Fransen en zelfs Oostenrijkers is de Italiaanse keuken heel gevarieerd. Zo kom je in het Noorden van Italië hele andere gerechten en kooktechnieken tegen dan in het midden of Zuiden van het land.

Deze geografische en historische redenen maken het al bijna onmogelijk om over één Italiaanse keuken te praten.
Waar men in Milaan veel roomboter gebruikt, gebruikt men in Zuid-Italië olijfolie. En waar men in Sicilië bijna Noord-Afrikaanse smaken aanhoudt, met onder andere kaneel en couscous (de couscous van Trapani, een stad op Sicilië, is heel beroemd; de Sicilianen beweren zelf dat zij deze hebben uitgevonden), is het niet raar om in het noordoosten Sauerkraut met Brotknödel en Apfelstrudel aan te treffen. Maar dat maakt de Italiaanse keuken nu ook zo bijzonder en afwisselend.